Informatie over zomer- en wintertijd
Op 31 maart gaat de zomertijd in, en springt de klok een uurtje vooruit. Maar waarom bestaat de zomer- en wintertijd eigenlijk?
Lang geleden waren er nog geen elektrische lampen, maar kaarsen en kolen waren duur. In 1784 vertelde Benjamin Franklin dat hij eens om 6 uur in de ochtend was opgestaan, en toen zag dat het al licht was. Als iedereen nu al wakker was geweest, had het 's avonds kaarsen en geld gescheeld.
Pas in 1907 kwam de Brit William Willett met een concreet plan om de klok vier dagen achter elkaar, iedere dag 20 minuten vooruit te zetten. Zo zou de aanpassing minder invloed hebben op onze biologische klok.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog besloot Duitsland als eerste land om de zomertijd in te voeren omdat het kolen bespaarde. Bezette landen gingen daarin mee.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het weer afgeschaft. In de tijd van de Tweede Wereldoorlog veranderde dit echter weer, en eiste Duitsland dat Nederland in plaats van de Amsterdamse Tijd overging naar Europese Tijd. Hiervoor moest de klok één uur en veertig minuten vooruit worden gezet.
Na 1945 werd de zomertijd weer afgeschaft, omdat men weer onafhankelijk was. In de jaren 70 kwamen de zomer- en wintertijd terug vanwege besparing tijdens de oliecrisis. In 1980 heeft Europa, omdat verschillen tussen buurlanden niet praktisch zijn, hierover afspraken gemaakt en is er in heel Europa een zomer- en een wintertijd.
Uit 'Plus Magazine'